Een sportblessure, wat nu?
En hoe kun je het voorkomen?
Bewegen past in een gezonde leefstijl. Sporten heeft en positief effect op je gezondheid. Sportblessures kunnen je daarin tegenwerken. Niet alle sportblessures kun je voorkomen, maar er zijn zeker wel manieren die je zelf in de hand hebt om ze te voorkomen. Hieronder lees je over de meest voorkomende sportblessures, hoe blessures te voorkomen en wat je eraan kunt doen dat het geen chronische blessure wordt.
Sporten en bewegen doe je met je botten, spieren, pezen en gewrichten: ‘het bewegingsapparaat’. Wanneer je veel sport wordt je bewegingsapparaat sterker. Botten, spieren en pezen worden steviger en je gewrichten soepeler.
Soms gaat het even mis en kan je een blessure oplopen. Een spier rekt te ver uit, een gewricht kantelt de verkeerde kant op, een pees scheurt of je breekt zelfs een bot.
Acute of chronische blessure?
Grofweg kun je sportblessures in 2 soorten verdelen: acute blessures en chronische blessures. Zo kan een val, botsing of verkeerde beweging tijdens het sporten voor een acute blessure zorgen. Denk aan een ontstoken pees, een gescheurde of verrekte spier, een gebroken bot of een gewricht dat de verkeerde kant op kantelt. Zo’n blessure geeft vaak roodheid, zwelling of moeite en pijn met bewegen. Herhaal je een beweging steeds (op een verkeerde manier), dan kan er een chronische blessure ontstaan. Een spier of pees raakt dan overbelast, zoals bij een tennisarm. Zo’n blessure ontstaat gaandeweg en de pijn komt in golven.
Blessuregevoelige sporten
De ene sport is de andere niet. Hardloopblessures ontstaan erg vaak, onder andere door de harde ondergrond die de gewrichten zwaar belast. Ook bij draaisporten als hockey-, voetbal- en tennisblessures optreden. Wie lange wandelingen maakt, kan last krijgen van de achillespees en hielspoor. Minder blessuregevoelige sporten zijn fietsen en zwemmen.
Elke sport kent zijn eigen blessures. De meeste sportblessures worden gezien aan deze 10 lichaamsdelen:
- Knie
- Enkel
- Hoofd
- Lage rug
- Nek
- Elleboog
- Pols
- Hamstring
- Achillespees
- Sleutelbeen
Voorkomen is beter dan genezen
Op een goede manier sporten is belangrijk om sportblessures te voorkomen. Maar hoe doe je dat? Hieronder vind je een aantal tips.
• Zorg dat je het sporten opbouwt. Start en eindig je training of wedstrijd altijd met een goede warming-up en cooling-down.
• Draag comfortabele en goede sportkleding. Zorg voor kleding die past bij jouw sport.
• Draag geschikte sportschoenen. Dit is belangrijk om rug-, enkel-, knie, en heupblessures te voorkomen. Vervang je schoenen ook tijdig.
• Bij veel sporten zijn beschermingsmiddelen verplicht. Deze beschermingsmiddelen vangen klappen op die acute blessures kunnen veroorzaken. Zorg hiervoor ook voor de juiste maat en pasvorm.
Toch een blessure, hoe ga je er mee om?
Als je een blessure hebt is het goed om de tijd te nemen voor genezing. Soms betekent dit rust, maar vaak betekent het toch wel blijven bewegen. Maar forceer niets. De ernst van de blessure bepaalt hoe snel je weer kunt beginnen met sporten. Bij een sportblessures worden de volgende stappen geadviseerd:
• Raadpleeg een arts of fysiotherapeut voor advies over wat wel en niet mag.
• Je kan weer volledig sporten als je geen pijn of zwelling meer hebt.
• Neem zoveel mogelijk rust om te hertellen. Er zijn alternatieve (sport)mogelijkheden om je conditie op peil te houden.
• Begin na je rustperiode met hersteltraining. Doe een stapje terug in je trainingsschema of doe je activiteiten op een lager, rustiger niveau. Bouw het weer op.
• Bij een blessure aan je gewrichten, draag tape of een brace om herhaling van de blessure te voorkomen.
Bronnen:
- Allesoversport.nl
- Sportzorg.nl
