Marianne, Lous en Susanne trainen voor de marathon

“We peppen elkaar op als het nodig is”

Trainen voor een (halve) marathon? Doe het in een groep, zeggen drie fanatieke hardloopsters. Dat motiveert enorm, is uitdagender en nog gezellig ook.

Alle drie zijn ze druk met werk en gezin. Toch vinden ze de tijd om twee à drie keer per week samen te trainen. Marianne (39) voor de halve marathon, Lous (35) en Susanne (35) voor de hele. Alle drie met hun eigen aanpak, dat wel.

Susanne is het meest fanatiek, vinden Lous en Marianne. Klopt, zegt Susanne (35, consultant bij een facilitair dienstverlener, twee kinderen). “Ik zoek heel erg de uitdaging. Dat maakt me denk ik strenger voor mezelf dan de anderen.”

Lous (huisarts, twee kinderen): “Mijn eerste marathon – vorig jaar - was een waanzinnige ervaring. Ik voelde me zó sterk dat ik dat kon. Dit jaar ga ik weer de hele doen, samen met Susanne. Een marathon of andere loopwedstrijd is voor mij een goede stok achter de deur.”

Marianne (leerkracht op een Montessorischool, twee kinderen) kiest dit jaar voor de halve marathon. Tijdens het lopen is ze niet zo van de schema’s, maar gaat ze op haar gevoel af. “Ik wil vooral genieten, van het lopen én dat we met elkaar zijn.”
 

Tussen de drukke schema’s door

Ze leerden elkaar ooit kennen tijdens een training om fit en sterk de bevalling in te gaan. Van daaruit ontstond het idee om samen te gaan hardlopen. Elke maandagavond zien ze elkaar op intervaltraining bij hun trainster Leonie. In de loop van de week wordt er driftig geappt in de appgroep om nog een à twee keer te gaan lopen. Dat lukt niet altijd vanwege drukke schema’s thuis, maar als het even kan gaan ze. ‘Even’ twintig kilometer rennen, met zijn drieën.
 

Gezonde competitie

Marianne is de sociaalste loper van hun groepje, vinden de anderen. Susanne: “Zij loopt iets rustiger en wil tijdens een wedstrijd graag de eerste kilometers bij elkaar blijven. Lous en ik zijn meer van de gezonde competitie. ‘Tijdens de wedstrijd is het ook ieder voor zich’, roep ik dan. We respecteren elkaar daarin en achteraf moeten we er vaak erg om lachen.” Er is geen jaloezie onderling, vindt Marianne. “Ook niet als de een een betere tijd loopt dan de ander. Soms is het wel janken bij de finish. Zoals toen Suus de eerste keer na haar bevalling weer een hele wedstrijd liep.”
 

Speciale band

Wat is het voordeel van met zijn drieën trainen? “Vooral motivatie”, vindt Susanne. “Als er tijdens het lopen eentje klaagt van: ‘Wat een wind’, peppen we elkaar op. In mijn eentje zou ik met zo’n wind eerder naar huis gaan.” Lous: “Maar ook trek je je qua niveau aan elkaar op. Zo kan ik beter mijn grenzen verleggen. Doordat we open zijn naar elkaar toe, houden we elkaar ook in balans. Marianne moeten we af en toe een zetje geven en Susanne begrenzen we juist.” Het samen rennen heeft voor een bijzondere band gezorgd, zegt Lous: “We zijn in vier jaar tijd heel hecht geworden. Ik heb er echt twee vriendinnen bijgekregen.”

Op de foto: links Lous, midden Susanne, rechts Marianne