Je gewicht berekenen
Wat is jouw ideale manier?
Wil je 5 kilo afvallen? Wil je 10 kilo afvallen? Om te zien of je een gezond gewicht hebt, is het goed om af en toe te meten hoe je ervoor staat. Je gewicht of overgewicht berekenen kan op verschillende manieren.
1. De weegschaal: voor je gewicht en je BMI
Ga het liefst altijd op dezelfde manier (naakt of in je ondergoed) op de weegschaal staan. En ook bij voorkeur op hetzelfde tijdstip van de dag. Bedenk dat je gewicht nogal kan schommelen. De ene dag houd je wat meer vocht vast dan een andere dag. En het maakt uit of je net naar het toilet geweest bent. Weeg je daarom niet vaker dan 1 keer per week, dat geeft een mooi overzicht van de week.
1. Weeg jezelf, noteer je gewicht en bereken je BMI.
2. Controleer je BMI: Zit de uitkomt tussen de 18 en de 25 dan heb je een goed gewicht. Zit je boven de 25? Dan is het goed om te denken aan afvallen. Vraag hierbij hulp van een diëtist.
2. Een meetlint: voor je buikomvang
Meet je buikomvang oftewel je middelomtrek tussen de onderkant van je onderste rib en de bovenkant van je bekken. Dat is ongeveer rond je navel. Ga staan, adem uit, ontspan je buik en meet de omtrek. Voor vrouwen is een middelomtrek tussen 68 en 80 cm perfect, voor mannen tussen 79 en 94 cm. Zit je daar boven? Probeer dan af te vallen. Iedere centimeter eraf is winst voor je gezondheid. Het kan zijn dat de weegschaal geen verschil aangeeft terwijl je wel resultaat met je buikomvang en dus voor je gezondheid boekt.
3. Een huidplooidikte-meter: je vetpercentage meten
Je kunt door een fysiotherapeut, instructeur van een sportschool of diëtist een meting laten doen van de dikte van je huidplooien. Ze meten dan met een soort tang de geplooide huid op bepaalde plekken op je lichaam. Daarna wordt er een som op losgelaten. Het is het beste deze meting altijd door dezelfde persoon te laten uitvoeren. Het liefst iemand die gekwalificeerd is. Door deze meting weet je de hoeveelheid vet onder je huid. Als je iedere 2 maanden de meting laat uitvoeren, krijg je een indruk of de hoeveelheid vet in je lichaam op peil blijft of dat je afvalt.
4. Meten met een weegschaal met lichaamssamenstellingsmeting
Er zijn steeds meer moderne weegschalen die ook de lichaamssamenstelling meten. Ze geven aan hoeveel procent van je lichaam uit vet, vocht en spieren bestaat. Het getal zelf is meestal niet heel betrouwbaar maar wel de verschillen in de loop van de tijd. Het is natuurlijk motiverend om te zien als je vetpercentage daalt en de spiermassa toeneemt! Doe zo’n meting van je lichaamssamenstelling ongeveer 1 keer in de 2 maanden.
5. Je gewicht berekenen met een passpiegel
Af en toe goed naar jezelf kijken in de spiegel is ook een goede methode om te zien of je nog op je ideale gewicht zit. Ga naakt voor de spiegel staan en bekijk jezelf (zonder negatief oordeel). Wordt je buik wat dunner, de billen iets strakker, hoe is je huid, glanzen je haren, hoe staan je ogen? Als je gezond eet en goed voor jezelf zorgt, dan kun je dat vast zien!
6. Je gewicht berekenen met je favoriete broek
Neem een bepaalde broek, rok of jurk en trek die elke week even aan. Een gemakkelijkere manier om te controleren of je op je ideale gewicht blijft of afvalt is er niet. Zit de band in je taille losser? Hoe zit de stof om je bovenbenen? Heb je een riem nodig omdat je broek of rok anders te los zit? En kan die riem weer een gaatje strakker?