SamenGezond maakt dagelijks bewegen leuk. Download nu de app!
5 dingen die je nog niet wist over je uithoudingsvermogen
5 opmerkelijke feiten
Uithoudingsvermogen of conditie kun je zien als de mate waarin je in staat bent een sportieve inspanning te plegen. Wil jij ook je conditie verbeteren? Dit zijn 5 opmerkelijke dingen die je vast wilt weten.
Kort samengevat is uithoudingsvermogen het resultaat van 2 factoren: de hoeveelheid zuurstof die je bloed door je lijf kan rondpompen en de hoeveelheid melkzuur die je lichaam uit je spieren kan verwijderen. Die hoeveelheid zuurstof hangt samen met de conditie van je bloedvaten, de conditie van je hart en het volume van je longen. Is je conditie slecht, dan raak je snel buiten adem en gaat je hart als een gek tekeer om je lichaam toch van zuurstof te voorzien.
Dit deel van de conditie reageert goed en snel op cardiotraining. Dat is training waarbij je hartslag flink wordt opgejaagd. Hardlopen en spinning zijn typische cardio-trainingen, terwijl het kweken van spieren weinig doet om je uithoudingsvermogen te trainen.
Spieren gebruiken glucose als brandstof. Bij het verbranden hiervan ontstaat afvalstof: melkzuur. Veel mensen denken dat melkzuur zorgt voor verzuring, maar dat is niet zo. Melkzuur bestaat uit lactaat en H+-ionen. Lactaat levert weer energie aan de spieren, maar de ophoping van H+-ionen zorgen voor de verzuring. En dit zorgt voor het gevoel van moeheid, tot het punt dat je zegt: ‘ik kan niet meer’.
Je kunt de zuurgraad van je bloed afmeten aan de hoeveelheid lactaat in je bloed. Daarom noemen we dit de lactaatdrempel.
1. Intervaltraining werkt goed
Intervaltraining is een training waarbij je korte explosieve inspanningen pleegt, afgewisseld met iets langere episodes waarin je op een matig of gemiddeld niveau doortraint. Niet alleen train je je hart en longen, maar je verschuift ook je lactaatdrempel (zie eerder). Door telkens kort je spieren te laten overlopen met melkzuur en ze daarna weer even bij te laten komen, bereik je dat de je lichaam de H+ ionen sneller leert af te voeren. Dit zorgt er voor dat er geen verzuring optreedt. Met intervaltraining bouw je in no time je conditie op, zonder dat je uren achter elkaar hoeft te trainen.
2. Iemand van 50 kan een betere conditie hebben dan iemand van 20
De beste manier om je fitheid en uithoudingsvermogen te meten is via de VO2max, dat is de maximale zuurstofcapaciteit van je longen (die kun je laten bepalen door een sportprofessional). Iemand van 30 jaar oud kan de VO2max hebben van een 20-jarige, maar ook die van een 80-jarige. Naarmate je ouder wordt, neemt je VO2max geleidelijk af, maar daar hoef je je niet bij neer te leggen. In geen enkel opzicht is je biologische leeftijd makkelijker terug te draaien dan wat betreft je conditie. Je conditie opbouwen kun je uiteraard door – het wordt saai – aan cardio te doen!
3. Conditie zit deels tussen je oren
Of je snel in shape bent en veel uithoudingsvermogen hebt, is grotendeels een kwestie van trainen. Aanleg (genetisch) speelt natuurlijk ook een rol, maar wetenschappers hebben ontdekt dat daarnaast je geestelijke toestand veel invloed heeft. Als je geestelijk moe bent – na een dag hard werken achter je bureau bijvoorbeeld – dan gaat dat ten koste van je uithoudingsvermogen. Maar, blijkt uit studies, de harde kern van je uithoudingsvermogen - je maximale krachtsinspanning en VO2-max blijven overeind - moe of niet.
4. Conditie varieert met het tijdstip van de dag
Of je een ochtend-, avond- of ‘normaal’ type bent, is van invloed op sportieve prestaties zoals het uithoudingsvermogen. Ochtendmensen hebben ’s morgens een betere conditie dan avondmensen en normale chronotypes. Avondmensen presteren later op de dag beter, aan het einde van de middag. Houd daar rekening mee als je wilt trainen voor je conditie, dan gaat het beter en beleef je er meer plezier aan.
5. Potentieproblemen kunnen een slechte conditie verraden
De penis is een belangrijke graadmeter voor de conditie van hart en vaten van een man. Voor de erectie is een flinke bloedtoevoer nodig. Als de conditie van hart en vaten slecht is, is dat af te lezen aan het uithoudingsvermogen én aan de kwaliteit van de erectie. Omgekeerd geldt dat mannen met een groot uithoudingsvermogen gemiddeld vaker op een betere erectie kunnen rekenen.